Op 29 juni 2022 velde de voorzitter van de Antwerpse Ondernemingsrechtbank een uitspraak in een geding dat sleepbedrijf URS had aangespannen tegen zijn concurrent Antwerp Towage. URS en Antwerp Towage verlenen havensleepdiensten op de Schelde en de getijdewateren van de Antwerpse haven.
URS vroeg dat de rechtbank Antwerp Towage een verbod zou opleggen om nog verder sleepdiensten te leveren. De rechtszaak werd de voorbije weken gemediatiseerd door de vakorganisatie BTB, die daarbij de kant van URS koos.
De voorzitter van de Ondernemingsrechtbank heeft de vordering van URS afgewezen als ongegrond. Hij overwoog letterlijk dat “geen van de verwijten van URS doel treft”, dat de vordering van URS “in haar geheel ongegrond” is, en dat URS “blijft steken in algemeenheden en veronderstellingen die uit geen enkel concreet element blijken”. De voorzitter stelde ook geen enkele overtreding van het sociaal recht vast. De voorzitter heeft URS veroordeeld tot de gerechtskosten.
De voorzitter stelde vast dat Antwerp Towage op een correcte wijze optreedt als scheepsagent van Multraship en Fairplay. Antwerp Towage beschikt inderdaad over een geldige vergunning van het Havenbedrijf. Het Havenbedrijf heeft die vergunning verleend na grondig onderzoek van alle details van de samenwerking tussen de vermelde, internationaal gereputeerde sleepbedrijven. De positie van Antwerp Towage werd tijdens de rechtsprocedure overigens volledig door het Havenbedrijf ondersteund.
Antwerp Towage is tevreden over de uitspraak van de rechtbank en betreurt het deloyale initiatief van URS en de foutieve informatie die BTB verstrekte in de media. Antwerp Towage hoopt dat de sereniteit in de Antwerpse sleepvaartsector kan terugkeren.