In oktober 1922 voer de stoomzeesleepboot Roode Zee, onder de legendarische kapitein Nils Persson, uit richting Atlantische Oceaan met een gesloten envelop aan boord die pas ver op zee mocht worden geopend. Het begin van een ‘game changer’ in de maritieme dienstverlening die tot in de jaren 80 van de vorige eeuw zeer tot de verbeelding sprak en voor grote krantenkoppen zorgde. De Roode Zee was de eerste van de sleepboten op station die ‘s winters in strategische havens, vooral rond de Atlantische Oceaan, werden gestationeerd met enkel het doel om met behulp van de toen nog nieuwe radio telegrafie uit te luisteren naar noodsignalen van schepen midden op zee en die te helpen. Veel schepen en bemanningen, die anders waren vergaan, zijn zo gered.
‘Sleepboten Op Station’ is de naam van de nieuwe wisseltentoonstelling van het Nationaal Sleepvaart Museum in Maassluis. Aan de hand van veel en vaak onbekende foto’s en objecten wordt een levendig beeld gegeven van deze vorm van hulpverlening waarbij vooral Nederlanders een belangrijke rol speelden. Bergingen zoals van de Burgerdyk, Sports, Otto Petersen en Ivar komen aan bod. Er was genoeg concurrentie, niet alleen van Bugsier, Wijsmuller, Smit, Doeksen en Willem Muller zijn Nederlandse bedrijven uit vroeger jaren die als eerste bij een schip in nood wilden aankomen om Lloyd’s Open Form aan te bieden. Smit, Svitzer en Multraship hebben tegenwoordig nog steeds sleepboten op station liggen maar de aard van het werk is wel veranderd. Tegenwoordig is het milieu een belangrijke factor en zijn het de overheden die de kosten dragen. Een stationsleepboot heet nu een Emergency Towing Vessel (ETV) en zij vallen onder de Kustwacht. Niet alleen op zee waren er stationsleepboten. Ook op de binnenwateren en het IJsselmeer waren en zijn nog steeds sleepboten continue paraat om hulp te verlenen wanneer een verstandig mens binnen blijft.
De risico’s en gevaren voor de sleepboten en hun bemanningen komen aan bod. De beschadigde telegraaf van de Ebro, vergaan in 1958 bij een berging en 30 jaar later teruggevonden, herinnert daaraan.
De eerste bergingen waren vaak vooral gevechten tegen de elementen. In oorlogstijd, zoals de Tweede Wereldoorlog en de eerste Golfoorlog, lagen sleepboten ook op station en was het oorlogsgeweld nooit ver weg en werden verliezen geleden in mensenlevens en sleepboten.
Onderbelicht blijft vaak het bijzondere bergingscontract en communicatie. Er is er aandacht voor de juridische achtergronden van het gebruikelijke contract van een stationsleepboot, het Lloyd’s Open Form (no cure – no pay) en de voorname rol van de marconisten en hun vonkentoetsen in de ether.
Stationswerk was niet alleen zo bijzonder omdat het spectaculair en avontuurlijk was. Het kon een goed bergingsloon opleveren voor de rederij maar vormde ook een buitenkansje voor de bemanning. Voor de rest van Nederland waren er de krantenkoppen, het Polygoon journaal en tegenwoordig internet en Youtube. Daarentegen, als er weken niets gebeurde, vierde de verveling hoogtij.
De wisseltentoonstelling is te zien vanaf 18 maart tot 8 oktober 2017 in het Nationaal Sleepvaart Museum te Maassluis. De opening wordt zaterdag 18 maart om 11.00 verricht in het Museum Maassluis, Zuiddijk 16 door kapitein Bert Kleijwegt, oud gezagvoerder en bergingsinspecteur, die in de jaren 60 en 70 regelmatig met zijn sleepboot op station heeft gelegen. Na de opening is er gelegenheid de expositie in het sleepvaartmuseum te bezoeken.